18 juni 2020 - Geen Auteur

Niet klagen in coronatijd

“We moeten beseffen dat we onszelf niet kunnen bewaren.”

Hij heeft even een moment nodig om makkelijker te gaan zitten. “Anders houd ik het niet lang uit. Dat heb je als je ouder wordt hè.” Makkelijk is het niet voor meneer Bunt (76) uit Opheusden. Maar hij klaagt niet. Daarnaast heeft de coronacrisis het er allemaal niet eenvoudiger op gemaakt voor hem. “Gelukkig heb ik de kinderen en kleinkinderen. Ze zijn ontzettend lief voor me, en doen wat ze kunnen. En natuurlijk de ’meisjes’ van RST. Zij zorgen ervoor dat ik me veilig voel, en dat ik een stukje contact heb met de buitenwereld.”

Sinds zijn vrouw drie jaar geleden wegens Parkinson is opgenomen in zorgcentrum Het Anker, zit meneer Bunt alleen thuis. Binnen enkele maanden hoopt hij te verhuizen naar een mantelzorgwoning op het erf, in zijn eigen vertrouwde omgeving. Het is een moeilijke stap om te zetten, maar de beste oplossing. Tot die tijd ‘rommelt’ hij naar eigen zeggen wat aan, leest graag en kookt zijn eigen potje. En daar is hij ‘op zijn eigen manier’ druk mee.

Uitmuntend

Na een grote hartoperatie, een herseninfarct en door diverse andere klachten is meneer Bunt afhankelijk geworden van de thuiszorg. Daarom krijgt hij twee keer per dag bezoek van de ‘zusters’ van RST om hem te helpen met opstaan en naar bed gaan. Daarnaast ontvangt hij een keer per week een huishoudelijke hulp. Zusters die hem “uitmuntend” helpen volgens meneer Bunt. “Ze zijn vriendelijk en behulpzaam en ook nog eens enorm professioneel.” Daarnaast heeft hij vaak contact met zijn kinderen, die voor een groot deel in de buurt wonen.

Bittere pil

Toen op 18 maart de preventieve maatregelen tegen coronaverspreiding van kracht werden, merkte hij er in eerste instantie niet zoveel van. Tot het moment dat hij zijn kinderen, buiten een kort raambezoek om, niet meer kon zien en hij zelfs zijn eigen vrouw niet meer mocht bezoeken in het verpleeghuis. “Dat was een bittere pil. Het is de enige verbinding die je nog met elkaar hebt, naast de dagelijkse telefoontjes. Maar nogmaals, dat is het leven. Deze dingen gebeuren gewoon, en zijn geen reden om bij de pakken neer te gaan zitten. Daar schiet je niks mee op.”

Veilig

Ook de bezoekjes van de zusters van de RST veranderden; “De dames moesten natuurlijk mondkapjes op en handschoenen aan. Ze deden hun uiterste best om alles zo veilig mogelijk te doen. Ik heb me geen moment onveilig gevoeld of bang geweest voor besmetting. Wat dat betreft echt mijn complimenten.”

Bezorgd maar niet bang

Of hij wel eens bang is geweest voor corona? “Tsja, wat moet ik ervan zeggen. Ik ben gelukkig niet ziek geworden. Dat is al heel mooi. Want op mijn leeftijd is dat niet echt bevorderlijk. Die beademing is een enorme belasting voor je gestel. Dat zou ik niet meer kunnen dragen. Ik ben wel bezorgd, maar niet bang. Ik ben niet zo snel paniekerig. We moeten ons realiseren dat we onszelf niet kunnen bewaren. Als je dat wel denkt, word je angstig. En dat leidt tot niets.”

Cadeau

Inmiddels heeft meneer Bunt voor het eerst sinds tien weken zijn vrouw weer mogen bezoeken. “Dat was natuurlijk ontzettend fijn. Er zat dan wel een raam tussen, maar het blijft een cadeau om elkaar na tien weken weer te zien. Ik hoop dat de komende tijd de regels weer wat versoepelen, zodat ik ook weer fysiek op bezoek kan bij mijn vrouw en mijn kinderen en kleinkindertjes weer in de armen kan sluiten.”