18 januari 2020 - Geen Auteur

Portret van een palliatief verpleegkundige

Geplaatst in:

Anneke Baan (1979) werkt nu vijf jaar als palliatief verpleegkundige en 12 jaar als verpleegkundige bij RST Zorgverleners. Anneke is getrouwd en woont met haar man en drie dochters in Rijssen.

Anneke zit weer aan de keukentafel van de familie Voortman in Rijssen. Een plek waar zij veel gesprekken over het leven en welzijn van de heer Voortman heeft gevoerd. ‘Ruim anderhalve week nadat de heer Voortman bij ons in zorg kwam, kwam ik bij hem thuis. De behandeling die hij kreeg veroorzaakte hoge bloedsuikers. Dat gaf onrust en onzekerheid bij hem en zijn gezin. Mijn collega’s van RST vroegen me mee te kijken. Vanaf dat moment ging ik één à twee keer per week langs bij de familie. Voor de verzorging van de heer Voortman en voor waardevolle gesprekken met hem, zijn vrouw en kinderen.’

Waardevol

‘Als palliatief verpleegkundige leg ik huisbezoeken af bij cliënten. Dit kan voordat zorgverlening door onze wijkteams wordt ingezet. Bij vragen of complexe situaties kijk ik ook mee tijdens de zorg. En na het overlijden van een cliënt evalueer ik met nabestaanden de huisbezoeken en zorg. In de palliatieve fase van iemand zijn leven richt ik me sterk op het leven en welzijn van de cliënt en zijn omgeving. Dat ervaar ik niet als moeilijk; ik vind het juist heel waardevol. De duur van een palliatief traject verschilt nogal. In eerste instantie kijk ik vooral naar het leven. Wat is daarin belangrijk voor de cliënt en zijn naasten? Als het levenseinde dichterbij komt, komt het welzijn steeds meer naar voren. Ik praat liever over welzijn dan over kwaliteit van zorg. Welzijn vind ik persoonlijk meer herkenbaar voor de mensen. Voor mij is vooral van belang uit te vinden wat voor iemand in zijn laatste levensfase nog echt telt. Door goed in gesprek te gaan met de cliënt en zijn naasten hoop ik daarachter te komen.’

Mijn kijk op de palliatieve zorg is in de loop der jaren best veranderd. Ik weet nu dat nog veel mogelijk is, juist wanneer iemand denkt dat alles ophoudt.

Essentie van het leven

‘Mensen kiezen vaak bewust voor RST Zorgverleners vanwege onze christelijke identiteit. Ik merk vaak dat de aansluiting tussen mensen met dezelfde levensovertuiging als heel fijn wordt ervaren. Zeker in de palliatieve fase. Je verstaat elkaar. Dat kan heel waardevol zijn. Juist ook omdat dan de essentie van het leven naar boven komt. Want randzaken vallen steeds meer weg. Samen zoek je uit wat die essentie voor iemand is. Dat probeer ik als palliatief verpleegkundige helder te krijgen. Echt in gesprek gaan over de achtergrond en ervaringen in het leven van iemand helpt me daarbij. Ik merk dat mensen daar op dat moment baat bij hebben. Dat geeft mij een stuk voldoening. Mijn kijk op de palliatieve zorg is in de loop der jaren best veranderd. Ik weet nu dat nog veel mogelijk is, juist wanneer iemand denkt dat alles ophoudt. Ik heb geleerd te denken in mogelijkheden op het moment dat bij de mensen onmogelijkheden op hun pad komen.’

Ik merk vaak dat de aansluiting tussen mensen met dezelfde levensovertuiging als heel fijn wordt ervaren.

Maak de dood bespreekbaar

Op tijd met elkaar praten over het levenseinde raad ik echt iedereen aan. Dat kan met je huisarts, maar het kan ook gewoon thuis als partners of als gezin. In mijn ideaalbeeld wachten mensen daar niet mee tot ze ziek zijn. Juist als je niet ziek bent, praat je vrijer. Zo’n gesprek kan onderzoekend zijn. Mensen en hun wensen veranderen. Daarom is het goed daarover in gesprek te gaan en te blijven. Misschien is het moeilijk, maar als iemand al ziek is, wordt het vaak nog lastiger. Dan spelen andere zaken, is iemand te moe of zijn er andere lichamelijke klachten die hierin kunnen hinderen. Het is fijn te weten wat de ander van belang vindt op het moment dat hij ziek is, maar ook als je later terugkijkt op zijn levenseinde. In de praktijk merk ik dat geen enkele situatie hetzelfde is. Soms is de situatie erg complex, is het netwerk om de cliënt heen niet communicatief vaardig of is er helemaal geen netwerk. Of mensen zijn afwerend. “Moeten we het daar nu over hebben? Dat wil ik liever niet.” Dat maakt het weleens lastig. Vooral als iemand snel achteruitgaat kan bij naasten het gevoel ontstaan dat ze steeds achter de situatie aanlopen. Het is denk ik onze taak altijd alert te zijn. Leg zaken goed uit. Maak de dood toch bespreekbaar. Probeer alles te doen om te voorkomen dat mensen worden ingehaald door de situatie.’

Goede communicatie

‘Vanzelfsprekend helpen mijn opgebouwde ervaring en mijn vakkennis mij om mijn werk goed te doen. Net als scholing met een link naar de praktijk. Maar zonder goede communicatie lukt het niet. Dan ontstaat onrust en verwarring en dat moet je voorkomen. Naast persoonlijk contact werken wij met OZOverbindzorg. In dit online communicatieplatform staat de cliënt centraal. Dit werkt heel prettig. De cliënt zelf of zijn mantelzorger kan communiceren via dit digitale systeem; zij kunnen iedereen uit het netwerk rondom de cliënt toevoegen aan die groep. Goede communicatie is echt heel belangrijk. Als ik bij de heer Voortman een huisbezoek deed, maakte ik een terugkoppelingsverslag voor zijn huisarts, dokter Kastenberg. Ook ons wijkteam liet ik meelezen, evenals de fysiotherapeut en Erik, de zoon van de heer Voortman. Dat werkte prima. Als een antwoord niet urgent is, kan je bijvoorbeeld heel laagdrempelig via OZOverbindzorg vragen aan elkaar stellen.’

Zorg voor elkaar

Mijn werk bij de familie Voortman verliep heel prettig. Het was fijn bij hen te zijn. De warme band tussen het echtpaar, de kinderen en kleinkinderen vond ik persoonlijk heel bijzonder om te zien. De heer Voortman en zijn echtgenote runden jarenlang een damesmodezaak in het centrum van Rijssen. Samen woonden ze nog boven de winkel. Zoon Erik – nu eigenaar – ging regelmatig vanuit de winkel naar boven om even met zijn ouders te sparren over de zaak. Dat ging onverminderd door toen zijn vader ziek werd. Ook de dochters en kleinkinderen kwamen vaak even boven om te kijken hoe het met hun vader en opa ging. De kinderen zagen ook dat het zwaar was voor mevrouw Voortman. Juist die zorg voor elkaar en het omkijken naar elkaar vond ik echt heel typerend aan dit gezin in deze voor hun heftige tijd. Anderhalve week voor de heer Voortman overleed legden we contact met de Mantelzorghulp Rijssen. Vrijwilliger Heidi Averesch zou mogelijk ingezet worden. Maar dat moment kwam er niet meer. In de laatste nacht van het leven van de heer Voortman heeft de familie zelf bij hem gewaakt.’

Hij voelde wel dat zijn tijd beperkt was, maar hield toch oog voor voor zijn vrouw en familie. Dat raakte mij.

Tot het laatst een gezinsman

Het verloop van de ziekte van de heer Voortman was progressief; zijn tijd was beperkt. Desondanks hield hij oog voor zijn vrouw en familie. Hij bleef een heuse gezinsman. Dat raakte mij, dat iemand die zo ziek is toch oog kan hebben voor de ander. Daaruit sprak voor mij de onderlinge liefde. Dat daar ruimte voor is, vind ik mooi en heel waardevol.’

Dit artikel verscheen eerder in Zie mij…en mijn levenseinde, oktober 2019.  Ook is het verhaal als filmpje te bekijken.